Op onze school kan je de volgende levensbeschouwingen volgen :
De levensbeschouwelijke vakken werken aan de ontwikkeling van de leerling tot een volwassen en gelukkige persoonlijkheid. Het is belangrijk dat de leerling een positief zelfbeeld ontwikkelt gebaseerd op de beleving van de eigen levensbeschouwing. Daarvoor is zowel kennis van de eigen levensbeschouwing nodig als leren omgaan met verschillende visies binnen deze levensbeschouwing.
Wie een positief zelfbeeld heeft, kan tot dialoog komen en samenleven met anderen. Een levensbeschouwelijke identiteit ontwikkelt zich ook door contact met andere levensbeschouwingen. We beogen dit met de interlevensbeschouwelijke competenties en de gezamenlijke projecten van de levensbeschouwelijke vakken. Leerlingen leren andere levensbeschouwingen kennen door contacten met vertegenwoordigers ervan. Ze leren met respect en empathie omgaan met de anderen.
Leerlingen denken na over de rol van levensbeschouwingen in de samenleving. Ze nemen afstand van vooroordelen en stereotypen. Ze ontwikkelen vaardigheden om in een samenleving met verschillende levensbeschouwingen samen te leven. Ze herkennen afspraken en regels die nodig zijn voor het samenleven in verdraagzaamheid.
De gezamenlijke projecten worden uitgewerkt door de leerkrachten levensbeschouwing. De projecten duren in elk leerjaar twee tot zes uur per schooljaar.
Niet-confessionele zedenleer is het levensbeschouwelijk vak dat de principes van het vrijzinnig humanisme als levenspraktijk onderwijst.
In deze lessen zijn onze leerlingen voortdurend onderweg naar volwassenheid. Zij leren op een vrije en ongebonden, maar ook kritische manier zichzelf en de ander te begrijpen. Leren omgaan met zichzelf en anderen is het doel. Vrij onderzoeken, uitproberen, ervaren en zelf ontdekken staan centraal binnen deze lessen. We willen jonge mensen helpen op hun weg naar volwassenheid.
Niet-confessionele zedenleer is waardenonderwijs. Belangrijk zijn verdraagzaamheid, respect en verantwoordelijkheid voor wat we denken en doen, Het zijn eigenschappen die onze leerlingen stimuleren om zelfstandig te denken en te handelen. Het is aan de leerlingen om op een persoonlijke wijze aan hun leven te bouwen. Deze lessen zijn niet gebaseerd op een godsdienst en er worden geen dogma’s aangenomen. Wetenschappelijke kennis en filosofische vragen zijn een uitgangspunt. Durven deelnemen aan de wereld en dit met belangstelling en inzet voor mensen, is de uitdaging van de lessen. Als basis voor deze inzet kiezen we voor de universele mensenrechten.
De leerkrachten niet-confessionele zedenleer gaan deze uitdaging samen aan met leerlingen van 6 tot 18 jaar. Dit moet deze opgroeiende jonge mensen de nodige ruimte en tijd geven om zichzelf, de ander en de wereld te leren kennen.
De lessen rooms-katholieke godsdienst nodigen de jongeren uit om:
De lessen islamitische godsdienst nodigen de jongeren uit om te genieten van de kennis, het begrip, de wijsheid en de verlichting die de Qoer’an hen in deze 21ste -eeuwse kennismaatschappij biedt. De lessen hebben tot doel jongeren bij te staan in hun zoektocht naar zingeving, hen te helpen het bestaan beter te begrijpen en hen te waarschuwen geen gevangenen te zijn van zichzelf. Wij streven naar de vorming van aangename persoonlijkheden:
Aangepast aan hun ontwikkeling en leeftijd maken kinderen en jongeren in de lessen protestants-evangelische godsdienst (PEGO) kennis met de rijkdom van de Bijbel. Op een activerende en creatieve wijze verwerken ze de inhoud van de Bijbel en brengen die in verband met thema’s die voor hen belangrijk zijn.
De ervaringswereld van kinderen en jongeren krijgt in relatie met de Bijbel de nodige aandacht. Kinderen en jongeren ontwikkelen hun persoonlijkheid bij hun groei naar volwassenheid door in de lessen na te denken over levens- en zingevingsvragen, ethiek en het maatschappelijk leven.
Kinderen en jongeren ontdekken in de lessen de eigenheid van het christelijke geloof, zoals het beleefd wordt in de veelheid van protestants-evangelische kerken, en ze leren omgaan met de grote diversiteit in de samenleving om hen heen.
Het PEGO wil bijdragen tot het welbevinden, de identiteitsontwikkeling en het maatschappelijk functioneren van kinderen en jongeren.
De orthodoxe Kerk is één van de drie hoofdvormen van het historisch christendom. De orthodoxe Kerk probeert zo getrouw mogelijk de boodschap, vervat in de openbaring, na te leven.
De lessen orthodoxe godsdienst proberen de mens te verlichten en te begeleiden in zijn drang naar het verhevene, het goede en het schone. De orthodoxe levensbeschouwing gebeurt vanuit de ervaring en de kennis om deze ervaring nog beter te situeren.
De lessen orthodoxe godsdienst moeten uitmonden in een levenshouding, een attitude, een praxis. Het leerplan is cyclisch opgesteld en voorziet de continuïteit te verzekeren over het lager en het secundair heen. Orthodoxe levensbeschouwing versus moderniteit vormen het voorwerp voor de uitbouw van een persoonlijkheid geworteld in het reële leven.